Parallel Bible results for "Job 23:1-11"

Job 23:1-11

1 Maar Job antwoordde en zeide:

1 Then Job replied:

2 Ook heden is mijn klacht wederspannigheid; mijn plage is zwaar boven mijn zuchten.

2 “Even today my complaint is bitter; his hand is heavy in spite of my groaning.

3 Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen;

3 If only I knew where to find him; if only I could go to his dwelling!

4 Ik zou het recht voor Zijn aangezicht ordentelijk voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen vervullen

4 I would state my case before him and fill my mouth with arguments.

5 Ik zou de redenen weten, die Hij mij antwoorden zou; en verstaan, wat Hij mij zeggen zou.

5 I would find out what he would answer me, and consider what he would say to me.

6 Zou Hij naar de grootheid Zijner macht met mij twisten? Neen; maar Hij zou acht op mij slaan.

6 Would he vigorously oppose me? No, he would not press charges against me.

7 Daar zou de oprechte met Hem pleiten; en ik zou mij in eeuwigheid van mijn Rechter vrijmaken.

7 There the upright can establish their innocence before him, and there I would be delivered forever from my judge.

8 Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts, zo verneem ik Hem niet.

8 “But if I go to the east, he is not there; if I go to the west, I do not find him.

9 Als Hij ter linkerhand werkt, zo aanschouw ik Hem niet; bedekt Hij Zich ter rechterhand, zo zie ik Hem niet.

9 When he is at work in the north, I do not see him; when he turns to the south, I catch no glimpse of him.

10 Doch Hij kent den weg, die bij mij is; Hij beproeve mij; als goud zal ik uitkomen.

10 But he knows the way that I take; when he has tested me, I will come forth as gold.

11 Aan Zijn gang heeft mijn voet vastgehouden; Zijn weg heb ik bewaard, en ben niet afgeweken.

11 My feet have closely followed his steps; I have kept to his way without turning aside.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.