Statenvertaling (Dutch) SVV
New International Version NIV
1 En de HEERE antwoordde Job uit een onweder, en zeide:
1
The LORD said to Job:
2 Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij.
2
“Will the one who contends with the Almighty correct him? Let him who accuses God answer him!”
3 Zult gij ook Mijn oordeel te niet maken? Zult Gij Mij verdoemen, opdat gij rechtvaardig zijt?
3
Then Job answered the LORD:
4 Hebt gij een arm gelijk God? En kunt gij, gelijk Hij, met de stem donderen?
4
“I am unworthy—how can I reply to you? I put my hand over my mouth.
5 Versier u nu met voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met majesteit en heerlijkheid!
5
I spoke once, but I have no answer— twice, but I will say no more.”
6 Strooi de verbolgenheden uws toorns uit, en zie allen hoogmoedige, en verneder hem!
6
Then the LORD spoke to Job out of the storm:
7 Zie allen hoogmoedige, en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen in hun plaats!
7
“Brace yourself like a man; I will question you, and you shall answer me.
8 Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen!
8
“Would you discredit my justice? Would you condemn me to justify yourself?
9 Dan zal Ik ook u loven, omdat uw rechterhand u zal verlost hebben.
9
Do you have an arm like God’s, and can your voice thunder like his?
10 Zie nu Behemoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, gelijk een rund.
10
Then adorn yourself with glory and splendor, and clothe yourself in honor and majesty.
11 Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel zijns buiks.
11
Unleash the fury of your wrath, look at all who are proud and bring them low,
12 Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten.
12
look at all who are proud and humble them, crush the wicked where they stand.
13 Zijn beenderen zijn als vast koper; zijn gebeenten zijn als ijzeren handbomen.
13
Bury them all in the dust together; shroud their faces in the grave.
14 Hij is een hoofdstuk der wegen Gods; Die hem gemaakt heeft, heeft hem zijn zwaard aangehecht.
14
Then I myself will admit to you that your own right hand can save you.
15 Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar.
15
“Look at Behemoth, which I made along with you and which feeds on grass like an ox.
16 Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks.
16
What strength it has in its loins, what power in the muscles of its belly!
17 De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
17
Its tail sways like a cedar; the sinews of its thighs are close-knit.
18 Zie, hij doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken.
18
Its bones are tubes of bronze, its limbs like rods of iron.
19 Zou men hem voor zijn ogen kunnen vangen? Zou men hem met strikken den neus doorboren kunnen?
19
It ranks first among the works of God, yet its Maker can approach it with his sword.
20 Zult gij den Leviathan met den angel trekken, of zijn tong met een koord, dat gij laat nederzinken?
20
The hills bring it their produce, and all the wild animals play nearby.
21 Zult gij hem een bieze in den neus leggen, of met een doorn zijn kaak doorboren?
21
Under the lotus plants it lies, hidden among the reeds in the marsh.
22 Zal hij aan u veel smekingen maken? Zal hij zachtjes tot u spreken?
22
The lotuses conceal it in their shadow; the poplars by the stream surround it.
23 Zal hij een verbond met u maken? Zult gij hem aannemen tot een eeuwigen slaaf?
23
A raging river does not alarm it; it is secure, though the Jordan should surge against its mouth.
24 Zult gij met hem spelen gelijk met een vogeltje, of zult gij hem binden voor uw jonge dochters? [ (Job 40:25) Zullen de metgezellen over hem een maaltijd bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden? ] [ (Job 40:26) Zult gij zijn huid met haken vullen, of met een visserskrauwel zijn hoofd? ] [ (Job 40:27) Leg uw hand op hem, gedenk des strijds, doe het niet meer. ] [ (Job 40:28) Zie, zijn hoop zal feilen; zal hij ook voor zijn gezicht nedergeslagen worden? ]
24
Can anyone capture it by the eyes, or trap it and pierce its nose?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission. Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®. NIV®. Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica. All rights reserved worldwide.