2 Koningen 14:26-27

26 Want de HEERE zag, dat de ellende van Israel zeer bitter was, en dat er geen opgeslotenen noch verlatenen waren, en dat Israel geen helper had.
27 En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam van Israel van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas.

2 Koningen 14:26-27 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 14

In this chapter we have the good reign of Amaziah king of Judah, his victories over the Edomites, and war with Jehoash king of Israel, by whom he was taken, who died quickly after, 2Ki 14:1-16, but Amaziah lived fifteen years afterwards, and was slain by a conspiracy against him, and Azariah his son reigned in his stead, 2Ki 14:17-22, and a short account is given of the reign of Jeroboam the second, king of Israel, 2Ki 14:23-29.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.