2 Koningen 5:22-27

22 En hij zeide: Het is wel; mijn heer heeft mij gezonden, om te zeggen: Zie, nu straks zijn tot mij twee jongelingen uit de zonen der profeten, van het gebergte van Efraim gekomen; geef hun toch een talent zilvers en twee wisselklederen.
23 En Naaman zeide: Belieft het u, neem twee talenten. En hij hield aan bij hem, en bond twee talenten zilvers in twee buidels, met twee wisselklederen, en hij legde ze op twee van zijn jongens, die ze voor zijn aangezicht droegen.
24 Als hij nu op de hoogte kwam, nam hij ze van hun hand, en bestelde ze in een huis; en hij liet de mannen gaan, en zij togen heen.
25 Daarna kwam hij in, en stond voor zijn heer. En Elisa zeide tot hem: Van waar, Gehazi? En hij zeide: Uw knecht is noch herwaarts noch derwaarts gegaan.
26 Maar hij zeide tot hem: Ging niet mijn hart mede, als die man zich omkeerde van op zijn wagen u tegemoet? Was het tijd, om dat zilver te nemen, en om klederen te nemen, en olijfbomen, en wijngaarden, en schapen, en runderen, en knechten, en dienstmaagden?
27 Daarom zal u de melaatsheid van Naaman aankleven, en uw zaad in eeuwigheid! Toen ging hij uit van voor zijn aangezicht, melaats, wit als de sneeuw.

2 Koningen 5:22-27 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 5

This chapter gives an account of the leprosy of Naaman the Syrian, and of the cure of it by Elisha; how he came to hear of him, and the recommendation he had from the king of Syria to the king of Israel, 2Ki 5:1-8, who, coming to Elisha's house, was ordered to dip himself seven times in Jordan, which made him depart in wrath; but one of his servants persuaded him to do it, and he did, and was cured, 2Ki 5:9-14, upon which he returned to Elisha, and offered him a present, which he refused, 2Ki 5:15-19 but Gehazi, his servant, ran after him with a lie in his mouth, and obtained it, and returned to his master with another, for which he was smitten with the leprosy of Naaman, 2Ki 5:20-27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.