2 Kronieken 32:28-33

28 Ook schathuizen voor de inkomsten van koren, en most, en olie; en stallen voor allerlei beesten, en kooien voor de kudden.
29 Daartoe had hij zich steden gemaakt, mitsgaders bezitting van schapen en runderen in menigte; want God gaf hem zeer grote have.
30 Doch Jehizkia stopte ook den opperuitgang der wateren van Gihon, en leidde ze recht af beneden naar het westen der stad Davids; want Jehizkia had voorspoed in al zijn werk.
31 Maar het is alzo, als de gezanten der vorsten van Babel, die tot hem gezonden hadden, om te vragen naar dat wonderteken, dat in het land geschied was, bij hem waren, verliet hem God, om hem te verzoeken, om te weten al wat in zijn hart was.
32 Het overige nu der geschiedenissen van Jehizkia, en zijn goeddadigheden, ziet, die zijn geschreven in het gezicht van den profeet Jesaja, den zoon van Amoz, en in het boek der koningen van Juda en Israel.
33 En Jehizkia ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in het hoogste van de graven der zonen van David; daartoe deden gans Juda en de inwoners van Jeruzalem hem eer aan in zijn dood; en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats.

2 Kronieken 32:28-33 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 CHRONICLES 32

This chapter relates Sennacherib's invasion of the land of Judah, the preparations Hezekiah made to resist him, and the encouragement he gave his people to trust in the Lord, 2Ch 32:1-8 the messages and letters Sennacherib sent to Hezekiah and his subjects, full of arrogance and blasphemy, to solicit them to deliver up Jerusalem to him, 2Ch 32:9-19 the destruction of his army by an angel, and the deliverance of the Jews at the prayers of Hezekiah and Isaiah, 2Ch 32:20-23 the sin Hezekiah fell into after this, and his recovery from a fit of illness; but, upon his humiliation for it, wrath was averted, 2Ch 32:24-26 and the chapter is concluded with an account of his honours, riches, and exploits, and of his death and burial, 2Ch 32:27-33.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.