2 Samuël 22:9-19

9 Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken.
10 En Hij boog den hemel, en daalde neder; en donkerheid was onder Zijn voeten.
11 En Hij voer op een cherub, en vloog, en werd gezien op de vleugelen des winds.
12 En Hij zette duisternis rondom Zich tot tenten, een samenbinding der wateren, wolken des hemels.
13 Van den glans voor Hem henen werden kolen des vuurs aangestoken.
14 De HEERE donderde van den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem.
15 En Hij zond pijlen uit en verstrooide ze; bliksemen en verschrikte ze.
16 En de diepe kolken der zee werden gezien, de gronden der wereld werden ontdekt, door het schelden des HEEREN, van het geblaas des winds van Zijn neus.
17 Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.
18 Hij verloste mij van mijn sterken vijand, van mijn haters, omdat zij machtiger waren dan ik.
19 Zij hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de HEERE was mij een Steunsel.

2 Samuël 22:9-19 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO SECOND SAMUEL 22

This chapter contains a song or psalm, the same with the eighteenth psalm, and which, according to Jarchi, was composed by David in his old age, and, as Kimchi says, at the end or close of his days; but Abarbinel is of opinion that it was written in his youthful time, in the midst of his troubles, and was sung by him as often as he had a deliverance from any; and which may account for the several variations in it from the eighteenth psalm, which, the same writer observes, are seventy four; and are not to be ascribed to the difference of copies, or neglect of copiers: and very probably, towards the close of his days, he revised it, and made it fit for general use, and sent it with the rest of his psalms to the chief musician; but the particular consideration of it, and of the differences in it from Ps 18:1-50 are referred to the exposition of that book in its course.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.