2 Samuël 2:1-6

1 En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron.
2 Alzo toog David derwaarts op, als ook zijn twee vrouwen, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet.
3 Ook deed David zijn mannen optrekken, die bij hem waren, een iegelijk met zijn huisgezin; en zij woonden in de steden van Hebron.
4 Daarna kwamen de mannen van Juda, en zalfden aldaar David tot een koning over het huis van Juda. Toen boodschapten zij David, zeggende: Het zijn de mannen van Jabes in Gilead, die Saul begraven hebben.
5 Toen zond David boden tot de mannen van Jabes in Gilead, en hij zeide tot hen: Gezegend zijt gij den HEERE, dat gij deze weldadigheid gedaan hebt aan uw heer, aan Saul, en hebt hem begraven.
6 Zo doe nu de HEERE aan u weldadigheid en trouw! En ik ook, ik zal aan u dit goede doen, dewijl gij deze zaak gedaan hebt.

2 Samuël 2:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO SECOND SAMUEL 2

This chapter relates that David, upon inquiring of the Lord, was directed to go up to Hebron, and did, where he was anointed king of Judah, 2Sa 2:1-4. And that being told of the kindness of the men of Jabeshgilead in burying Saul, he sent them thanks, and promised to remember it, and took the opportunity to let them know he was anointed king over Judah, 2Sa 2:5-7. It also relates that Abner set up Ishbosheth, the son of Saul, to be king over Israel, 2Sa 2:8-11; and that there was an encounter between twelve of Abner's men and twelve of David's, which brought on a sore battle between them, in which Abner was beaten, 2Sa 2:12-17; and Asahel, who was of David's party, was slain in the pursuit by Abner, 2Sa 2:18-25; when a retreat was sounded by Joab, at the influence of Abner, who, with his wen, betook themselves to Mahanaim, where he had left Ishbosheth, 2Sa 2:26-29. And the chapter closes with an account of the slain on both sides, the burial of Asahel, and the return of Joab with David's men to Hebron, 2Sa 2:30-32.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.