Change Translation
- Recent Translations
-
Audio Available
- All Translations
-
Audio Available
Genesis 27:1-4; Genesis 27:22-23; Genesis 27:33
Viewing Multiple Passages
Share
Settings
Genesis 27:1-4
1
En het geschiedde, als Izak oud geworden was, en zijn ogen donker geworden waren, en hij niet zien kon; toen riep hij Ezau, zijn grootsten zoon, en zeide tot hem: Mijn zoon! En hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik!
2
En hij zeide: Zie nu, ik ben oud geworden, ik weet den dag mijns doods niet.
3
Nu dan, neem toch uw gereedschap, uw pijlkoker en uw boog, en ga uit in het veld, en jaag mij een wildbraad;
4
En maak mij smakelijke spijzen, zo als ik die gaarne heb, en breng ze mij, dat ik ete; opdat mijn ziel u zegene, eer ik sterve.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Genesis 27:22-23
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Genesis 27:33
33
Toen verschrikte Izak met zeer grote verschrikking, gans zeer, en zeide: Wie is hij dan, die het wildbraad gejaagd en tot mij gebracht heeft? en ik heb van alles gegeten, eer gij kwaamt, en heb hem gezegend; ook zal hij gezegend wezen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.