Deuteronomium 25:13-19

13 Gij zult geen tweeerlei weegstenen in uw zak hebben; een groten en een kleinen.
14 Gij zult in uw huis geen tweeerlei efa hebben, een grote en een kleine.
15 Gij zult een volkomen en gerechten weegsteen hebben; gij zult een volkomene en gerechte efa hebben; opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.
16 Want al wie zulks doet, is den HEERE, uw God, een gruwel; ja, al wie onrecht doet.
17 Gedenkt, wat u Amalek gedaan heeft op den weg, als gij uit Egypte uittoogt;
18 Hoe hij u op den weg ontmoette, en sloeg onder u in den staart al de zwakken achter u, als gij moede en mat waart; en hij vreesde God niet.
19 Het zal dan geschieden, als u de HEERE, uw God, rust zal gegeven hebben, van al uw vijanden rondom, in het land, dat u de HEERE, uw God, ten erve geven zal, om hetzelve erfelijk te bezitten, dat gij de gedachtenis van Amalek van onder den hemel zult uitdelgen; vergeet het niet!

Deuteronomium 25:13-19 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO DEUTERONOMY 25

Several laws are contained in this chapter, as concerning beating such whose crimes required it, De 25:1-3; of not muzzling the ox in treading out the corn, De 25:4; of marrying a deceased brother's wife, when there was no issue, and of the disgrace of such that refused it, De 25:5-10; of the punishment of an immodest woman, De 25:11,12; and against bad weights and measures, De 25:13-16; and for the utter destruction of Amalek, De 25:17-19.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.