Exodus 36:11-21

11 Daarna maakte hij striklisjes van hemelsblauw aan den kant ener gordijn, aan het uiterste in de samenvoeging; hij deed het ook aan den uitersten kant der tweede samenvoegende gordijn.
12 Vijftig striklisjes maakte hij aan de ene gordijn, en vijftig striklisjes maakte hij aan het uiterste der gordijn; dat aan de tweede samenvoegende was; deze striklisjes vatten de ene aan de andere.
13 Hij maakte ook vijftig gouden haakjes, en voegde de gordijnen samen, de ene aan de andere, met deze haakjes, dat het een tabernakel werd.
14 Verder maakte hij gordijnen van geiten haar, tot een tent over den tabernakel; van elf gordijnen maakte hij ze.
15 De lengte ener gordijn was dertig ellen, en vier ellen de breedte ener gordijn; deze elf gordijnen hadden een maat.
16 En hij voegde vijf gordijnen samen bijzonder; wederom zes dezer gordijnen bijzonder.
17 En hij maakte vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn, de uiterste in de samenvoeging; hij maakte ook vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn der andere samenvoeging.
18 Hij maakte ook vijftig koperen haakjes, om de tent samen te voegen, dat zij een ware.
19 Ook maakte hij voor de tent een deksel van roodgeverfde ramsvellen, en daarover een deksel van dassenvellen.
20 Hij maakte ook aan den tabernakel berderen van staand sittimhout.
21 De lengte van een berd was tien ellen, en ene el en ene halve el was de breedte van elk berd.

Exodus 36:11-21 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 36

Bezaleel and Aholiab, with the artificers under them, having a call as well as qualifications for the service of the sanctuary, and having received from Moses the materials for it, set about it, Ex 36:1-3 but the people bringing more than was necessary, they acquaint Moses with it, who by a proclamation restrained from it, Ex 36:4-7 and next an account is given of the several things that were wrought by them, as first the curtains for the tabernacle, both of linen and goats' hair, and the coverings of them, Ex 36:8-19 next the boards for the tabernacle, and the sockets they were set in, and the bars for the boards, Ex 36:20-34 and then the vail which parted the most holy place from the holy place, and the hanging which divided between the holy place and the court, Ex 36:35-38.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.