Ezechiël 2:3-10

3 En Hij zeide tot mij: Mensenkind! Ik zend u tot de kinderen Israels, tot de rebellerende volken, die tegen Mij gerebelleerd hebben; zij en hun vaderen hebben overtreden tegen Mij tot op dezen zelven huidigen dag.
4 En deze kinderen zijn hard van aangezicht, en stijf van hart; Ik zend u tot hen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE!
5 En zij, hetzij dat zij het horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen (want zij zijn een wederspannig huis), zo zullen zij weten, dat een profeet in het midden van hen geweest is.
6 En gij, mensenkind! vrees niet voor hen, en vrees niet voor hun woorden, hoewel wederwilligen en doornen bij u zijn, en gij bij schorpioenen woont; vrees voor hun woorden niet, en ontzet u niet voor hun aangezicht, want zij zijn een wederspannig huis.
7 Maar gij zult Mijn woorden tot hen spreken, hetzij dat zij horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen; want zij zijn wederspannig.
8 Doch gij, mensenkind, hoor hetgeen Ik tot u spreek; wees gij niet wederspannig, gelijk dat wederspannig huis; open uw mond, en eet, wat Ik u geef.
9 Toen zag ik, en ziet, er was een hand tot mij uitgestoken; en ziet, daarin was de rol eens boeks.
10 En Hij spreidde die voor mijn aangezicht uit; en zij was beschreven voor en achter; en daarin waren geschreven klaagliederen, en zuchting, en wee.

Ezechiël 2:3-10 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EZEKIEL 2

This chapter contains me prophet's call, commission, and instruction to prophesy. The preparation to it is in Eze 2:1,2; being fallen upon his face, he is bid to stand upon his feet, with a promise to speak to him; and the Spirit entering into him, he is set by him on his feet, and he hears what is spoken to him; then follows his mission to the children of Israel, who are described as rebellious, impudent, and stiff-hearted; and to whom he is sent, to render them inexcusable, Eze 2:3-5; and he is exhorted not to be afraid of their words, nor dismayed at their looks, however fierce and furious they might be; but faithfully declare his message, and not be discouraged, should it be without success, Eze 2:6,7; and he is instructed not to be rebellious, as they were; but open his mouth and eat what should be given him, Eze 2:8; when, in a visionary way, a hand was seen, and a roll in it, and this spread before him, written within and without, full of lamentation, mourning, and woes, as a symbol of the substance of his prophecy, Eze 2:9,10.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.