Ezechiël 47:1-7

1 Daarna bracht hij mij weder tot de deur van het huis, en ziet, er vloten wateren uit, van onder den dorpel des huizes naar het oosten; want het voorste deel van het huis was in het oosten, en de wateren daalden af van onderen, uit de rechterzijde des huizes, van het zuiden des altaars.
2 En hij bracht mij uit door den weg van de noorderpoort, en voerde mij om door den weg van buiten, tot de buitenpoort, den weg, die naar het oosten ziet; en ziet, de wateren sprongen uit de rechterzijde.
3 Als nu die man naar het oosten uitging, zo was er een meetsnoer in zijn hand; en hij mat duizend ellen, en deed mij door de wateren doorgaan, en de wateren raakten tot aan de enkelen.
4 Toen mat hij nog duizend ellen, en deed mij door de wateren doorgaan, en de wateren raakten tot aan de knieen; en hij mat nog duizend, en deed mij doorgaan, en de wateren raakten tot aan de lenden.
5 Voorts mat hij nog duizend, en het was een beek, waar ik niet kon doorgaan; want de wateren waren hoge wateren, waar men door zwemmen moest, een beek, waar men niet kon doorgaan.
6 En hij zeide tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Toen voerde hij mij, en bracht mij weder tot aan den oever der beek.
7 Als ik wederkeerde, ziet, zo was er aan den oever der beek zeer veel geboomte, van deze en van gene zijde.

Ezechiël 47:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EZEKIEL 47

This chapter gives an account of the vision of the holy waters, and of the borders of the holy land, and the division of it to Israelites and strangers. The waters are described by the original and spring of them, Eze 47:1,2, by the progress and increase of them, Eze 47:3-5, by the healing and quickening nature of them, and the places where they were so, and were not, Eze 47:8-11, and by the trees which grew upon the banks of them, Eze 47:6,7,12. The borders of the holy land are fixed, Eze 47:13,14, the northern border, Eze 47:15-17, the eastern border, Eze 47:18, the southern, Eze 47:19, and the western, Eze 47:20, which is to be divided by lot to the tribes of Israel, and the strangers that sojourn among them, Eze 47:21-23.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.