Genesis 41:35-45

35 En dat zij alle spijze van deze aankomende goede jaren verzamelen, en koren opleggen, onder de hand van Farao, tot spijze in de steden, en bewaren het.
36 Zo zal de spijze zijn tot voorraad voor het land, voor zeven jaren des hongers, die in Egypteland wezen zullen; opdat het land van honger niet verga.
37 En dit woord was goed in de ogen van Farao, en in de ogen van al zijn knechten.
38 Zo zeide Farao tot zijn knechten: Zouden wij wel een man vinden als deze, in welken Gods Geest is?
39 Daarna zeide Farao tot Jozef: Naardien dat God u dit alles heeft verkondigd, zo is er niemand zo verstandig en wijs, als gij.
40 Gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal al mijn volk de hand kussen; alleen dezen troon zal ik groter zijn dan gij.
41 Voorts sprak Farao tot Jozef: Zie, ik heb u over gans Egypteland gesteld.
42 En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan zijn hals;
43 En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland.
44 En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.
45 En Farao noemde Jozefs naam Zafnath Paaneah, en gaf hem Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, tot een vrouw; en Jozef toog uit door het land van Egypte.

Genesis 41:35-45 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 41

In this chapter are related Pharaoh's dreams, which his magicians could not interpret, Ge 41:1-9, upon which the chief butler now remembering Joseph, recommended him to Pharaoh as an interpreter, having had an happy experience of him as such himself, Ge 41:10-13, when Joseph was sent for out of prison; and Pharaoh having related his dreams, he interpreted them of seven years of plenty, and seven years of famine, that should be in the land of Egypt, Ge 41:14-32; and having done, he gave his advice to provide in the years of plenty against the years of famine, and proposed a scheme for doing it, which was approved of by Pharaoh and his ministers, Ge 41:33-37; and Joseph himself was pitched upon as the most proper person to execute it, and was appointed chief over the kingdom next to Pharaoh, who gave him a new name and a wife upon this occasion, Ge 41:38-45; accordingly, in the years of plenty he took a tour throughout the whole land, and gathered and laid up food in vast quantities in every city, Ge 41:46-49; an account is given of two sons born to Joseph, and of their names, Ge 41:50-52; and of the seven years of famine, beginning to come on at the end of the seven years of plenty, which brought great distress on the land of Egypt, and the countries round about, who all came to Joseph to buy corn, Ge 41:53-57.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.