Genesis 46:26-34

26 Al de zielen, die met Jakob in Egypte kwamen, uit zijn heup gesproten, uitgenomen de vrouwen van de zonen van Jakob, waren allen zes en zestig zielen.
27 En de zonen van Jozef, die hem in Egypte geboren zijn, waren twee zielen. Al de zielen van het huis van Jakob, die in Egypte kwamen, waren zeventig.
28 En hij zond Juda voor zijn aangezicht heen tot Jozef, om voor zijn aangezicht aanwijzing te doen naar Gosen; en zij kwamen in het land Gosen.
29 Toen spande Jozef zijn wagen aan, en toog op, zijn vader Israel tegemoet naar Gosen; en als hij zich aan hem vertoonde, zo viel hij hem aan zijn hals, en weende lang aan zijn hals.
30 En Israel zeide tot Jozef: Dat ik nu sterve, nadat ik uw aangezicht gezien heb, dat gij nog leeft!
31 Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaan waren, zijn tot mij gekomen.
32 En die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht.
33 Wanneer het nu geschieden zal, dat Farao ulieden zal roepen, en zeggen: Wat is uw hantering?
34 Zo zult gij zeggen: Uw knechten zijn mannen, die van onze jeugd af tot nu toe met vee omgegaan hebben, zo wij als onze vaders; opdat gij in het land Gosen moogt wonen; want alle schaapherder is de Egyptenaren een gruwel.

Genesis 46:26-34 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 46

In this chapter we are told, that Jacob with all his family and substance took a journey to Egypt to see his son Joseph, as he determined, in which he was encouraged to proceed by a vision from God, Ge 46:1-7; and an account is given of all his sons, his sons' sons and daughters that went thither with him, Ge 46:8-27; when he came near to Egypt he sent Judah before him to Joseph, to acquaint him of his coming, who met him at Goshen, where there was a most affectionate interview between them, Ge 46:28-30; and when he gave directions and instructions what answers to give to Pharaoh's questions, when they should appear before him, to whom he proposed to go and inform him of their being come into Egypt, Ge 46:31-34.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.