Genesis 5:15-25

15 En Mahalal-el leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered.
16 En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
17 Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf.
18 En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.
19 En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
20 Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaren; en hij stierf.
21 En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.
22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren.
24 Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
25 En Methusalach leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech.

Genesis 5:15-25 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 5

This chapter contains a list or catalogue of the posterity of Adam in the line of Seth, down to Noah; it begins with a short account of the creation of Adam, and of his life and death, Ge 5:1-5 next of five of the antediluvian patriarchs, their age and death, namely Seth, Enos, Cainan, Mahalaleel, Jared, Ge 5:6-20 then a particular relation of Enoch, his character and translation, Ge 5:21-24 then follows an account of Methuselah, the oldest man, and Lamech's oracle concerning his son Noah, Ge 5:12-29 and the chapter is closed with the life and death of Lamech, and the birth of the three sons of Noah, Ge 5:30-32.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.