Genesis 7:2-12

2 Van alle rein vee zult gij tot u nemen zeven en zeven, het mannetje en zijn wijfje; maar van het vee, dat niet rein is, twee, het mannetje en zijn wijfje.
3 Ook van het gevogelte des hemels zeven en zeven, het mannetje en het wijfje, om zaad levend te houden op de ganse aarde.
4 Want over nog zeven dagen zal Ik doen regenen op de aarde veertig dagen, en veertig nachten; en Ik zal van den aardbodem verdelgen al wat bestaat, dat Ik gemaakt heb.
5 En Noach deed, naar al wat de HEERE hem geboden had.
6 Noach nu was zeshonderd jaren oud, als de vloed der wateren op de aarde was.
7 Zo ging Noach, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen zijner zonen met hem in de ark, vanwege de wateren des vloeds.
8 Van het reine vee, en van het vee, dat niet rein was, en van het gevogelte, en al wat op den aardbodem kruipt,
9 Kwamen er twee en twee tot Noach in de ark, het mannetje en het wijfje, gelijk als God Noach geboden had.
10 En het geschiedde na die zeven dagen, dat de wateren des vloeds op de aarde waren.
11 In het zeshonderdste jaar des levens van Noach, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend.
12 En een plasregen was op de aarde veertig dagen en veertig nachten.

Genesis 7:2-12 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 7

This chapter begins with an order to Noah to come with his family and all the creatures into the ark, that they might be safe from the flood, which would quickly be upon the earth, Ge 7:1-4 and then gives an account of Noah's obedience to the divine command in every particular, Ge 7:5-9 and of the time of the beginning of the flood, and its prevalence, Ge 7:10-12 then follows a repetition of Noah, his family, and the creatures entering into the ark, Ge 7:13-16 and next a relation is given of the increase of the waters, and of the height they arrived unto, Ge 7:17-20 and of the consequences of the flood, the death and destruction of every living creature, except those in the ark, fowl, cattle, beast, creeping things, and men, Ge 7:21-23 and the chapter is closed with an account how long the waters continued before they began to ebb, even one hundred and fifty days, Ge 7:24.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.