Jesaja 23:11-18

11 Hij heeft Zijn hand uitgestrekt over de zee, Hij heeft de koninkrijken beroerd; de HEERE heeft bevel gegeven tegen Kanaan, om haar sterkten te verdelgen.
12 En Hij heeft gezegd: Gij zult niet meer vrolijk huppelen, o gij verdrukte maagd, gij dochter van Sidon! Naar Chittim toe, maak u op, vaar over; ook zult gij aldaar geen rust hebben.
13 Ziet, het land der Chaldeen; dit volk was er niet; Assur heeft het gefondeerd voor degenen, die in de wildernissen woonden; zij richtten hun sterkten op, en bouwden hun paleizen, maar Hij heeft het tot een vervallen hoop gesteld.
14 Huilt, gij schepen van Tarsis! want ulieder sterkte is verstoord
15 En het zal geschieden te dien dage, dat Tyrus zal vergeten worden zeventig jaren, gelijk eens konings dagen; maar ten einde van zeventig jaren zal in Tyrus als een hoerenlied zijn:
16 Neem de harp, ga in de stad rondom, gij vergeten hoer! speel wel, zing veel liederen, opdat uwer gedacht worde!
17 Want het zal geschieden ten einde van zeventig jaren, dat de HEERE Tyrus zal bezoeken, en dat zij wederkeren zal tot haar hoerenloon, en zij zal hoererij bedrijven met alle koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn.
18 En haar koophandel en haar hoerenloon zal den HEERE heilig zijn, het zal niet ten schat vergaderd noch opgesloten worden; maar haar koophandel zal wezen voor hen, die voor den HEERE wonen, opdat zij eten tot verzadiging, en dat zij durig deksel hebben.

Jesaja 23:11-18 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 23

This chapter gives an account both of the desolation and restoration of Tyre, an ancient city of Phoenicia. Its desolation is described as so complete, that a house was not left in it, Isa 23:1 and by the fewness and stillness of the inhabitants of it, with which it had been replenished, it having been a mart of nations, Isa 23:2,3 and by the shame and pain Zidon, a neighbouring city, was put into, on account of it, Isa 23:4,5 and by the removal of its inhabitants to other places, Isa 23:6,7,12 all which is attributed to the counsel, purpose, and commandment of God, to destroy it; whose view was to stain their pride, and bring them into contempt, Isa 23:8-11 the means and instruments made use of to this purpose were the Assyrians or Chaldeans, Isa 23:13 and its desolation is further aggravated by the loss of its trade; hence the merchants of other countries are called to mourning, Isa 23:1,14 the date and duration of this desolation were seventy years, Isa 23:15 after which it should be restored, and its merchandise and commerce with all the nations of the earth be revived again, Isa 23:15-18.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.