Jozua 13:14-24

14 Alleenlijk gaf hij den stam Levi geen erfenis. De vuurofferen Gods, des HEEREN van Israel, zijn zijne erfenis, gelijk als Hij tot hem gesproken had.
15 Alzo gaf Mozes aan den stam der kinderen van Ruben, naar hun huisgezinnen,
16 Dat hun landpale was van Aroer af, dat aan den oever der beek Arnon is, en de stad, die in het midden der beek is, en al het vlakke land tot Medeba toe:
17 Hesbon en al haar steden, die in het vlakke land zijn, Dibon, en Bamoth-Baal, en Beth-Baal-meon,
18 En Jahza, en Kedemoth, en Mefaath,
19 En Kirjathaim, en Sibma, en Zeret-Hassahar op den berg des dals,
20 En Beth-Peor, en Asdoth-Pisga, en Beth-Jesimoth;
21 En alle steden des vlakken lands, en het ganse koninkrijk van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon regeerde, denwelken Mozes geslagen heeft, mitsgaders de vorsten van Midian, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen van Sihon, inwoners des lands.
22 Daartoe hebben de kinderen Israels met het zwaard gedood Bileam, den zoon van Beor, den voorzegger, nevens degenen, die van hen verslagen zijn.
23 De landpale nu der kinderen van Ruben was de Jordaan, en derzelver landpale; dat is het erfdeel der kinderen van Ruben, naar hun huisgezinnen, de steden en haar dorpen.
24 En aan den stam van Gad, aan de kinderen van Gad, naar hun huisgezinnen, gaf Mozes,

Jozua 13:14-24 Meaning and Commentary

\\INTRODUCTION JOSHUA 13\\

In this chapter Joshua is informed by the Lord, or put in mind, that
part of the land of Canaan remained unconquered, and which it was; and
is directed to divide the whole land among the nine tribes, and the
half tribe of Manasseh, Jos 13:1-9; and since the two tribes of Reuben
and Gad, and the other half tribe of Manasseh, had received their
inheritance on the other side Jordan, Jos 13:8; that is described in
general, Jos 13:9-14; and, then the particular portion of Reuben,
Jos 13:15-23; and of Gad, Jos 13:24-28; and of the half tribe of
Manasseh, Jos 13:29-33.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.