Numberi 20:19-29

19 Toen zeiden de kinderen Israels tot hem: Wij zullen door den gebaanden weg optrekken, en indien wij van uw water drinken, ik en mijn vee, zo zal ik deszelfs prijs daarvoor geven; ik zal alleenlijk, zonder iets anders, te voet doortrekken.
20 Doch hij zeide: Gij zult niet doortrekken! En Edom is hem tegemoet uitgetrokken, met een zwaar volk, en met een sterke hand.
21 Alzo weigerde Edom Israel toe te laten door zijn landpale te trekken; daarom week Israel van hem af.
22 Toen reisden zij van Kades; en de kinderen Israels kwamen, de ganse vergadering, aan den berg Hor.
23 De HEERE nu sprak tot Mozes, en tot Aaron, aan den berg Hor, aan de pale van het land van Edom, zeggende:
24 Aaron zal tot zijn volken verzameld worden; want hij zal niet komen in het land, hetwelk Ik aan de kinderen Israels gegeven heb, omdat gijlieden Mijn mond wederspannig geweest zijt bij de wateren van Meriba.
25 Neem Aaron, en Eleazar, zijn zoon, en doe hen opklimmen tot den berg Hor.
26 En trek Aaron zijn klederen uit, en trek ze Eleazar, zijn zoon, aan; want Aaron zal verzameld worden, en daar sterven.
27 Mozes nu deed, gelijk als de HEERE geboden had; want zij klommen op tot den berg Hor, voor de ogen der ganse vergadering.
28 En Mozes trok Aaron zijn klederen uit, en hij trok ze zijn zoon Eleazar aan; en Aaron stierf aldaar, op de hoogte diens bergs. Toen kwam Mozes en Eleazar van dien berg af.
29 Toen de ganse vergadering zag, dat Aaron overleden was, zo beweenden zij Aaron dertig dagen, het ganse huis van Israel.

Numberi 20:19-29 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 20

In this chapter is an account of the children of Israel coming to the wilderness of Zin, where Miriam died, and where wanting water they murmured, Nu 20:1-5, upon which Moses and Aaron applied to the Lord, who ordered Moses to speak to a rock, which should give forth water, and which being smitten by him, accordingly did, Nu 20:6-11, but Moses and Aaron, in their conduct of this affair, displeased the Lord, Nu 20:12,13, after this, Moses sent to the king of Edom to desire a passage through his country, which request was refused, Nu 20:14-21, upon Israel's coming to Mount Hor, Aaron, by order, went up to the mount, and, when stripped of his clothes, which were put on his son Eleazar, he died, lamented by all the people, Nu 20:22-29.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.