Numberi 23:7-17

7 Toen hief hij zijn spreuk op, en zeide: Uit Syrie heeft mij Balak, de koning der Moabieten, laten halen, van het gebergte tegen het oosten, zeggende: Kom, vervloek mij Jakob, en kom, scheld Israel!
8 Wat zal ik vloeken, dien God niet vloekt; en wat zal ik schelden, waar de HEERE niet scheldt?
9 Want van de hoogte der steenrotsen zie ik hem, en van de heuvelen aanschouw ik hem; ziet, dat volk zal alleen wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend worden.
10 Wie zal het stof van Jakob tellen, en het getal, ja, het vierde deel van Israel? Mijn ziel sterve den dood der oprechten, en mijn uiterste zij gelijk het zijne!
11 Toen zeide Balak tot Bileam: Wat hebt gij mij gedaan? Ik heb u genomen, om mijn vijanden te vloeken; maar zie, gij hebt hen doorgaans gezegend!
12 Hij nu antwoordde en zeide: Zal ik dat niet waarnemen te spreken, wat de HEERE in mijn mond gelegd heeft?
13 Toen zeide Balak tot hem: Kom toch met mij aan een andere plaats, van waar gij hem zult zien; gij zult niet dan zijn einde zien, maar hem niet ganselijk zien; en vervloek hem mij van daar!
14 Alzo nam hij hem mede tot het veld Zofim, op de hoogte van Pisga; en hij bouwde zeven altaren, en hij offerde een var en een ram op elk altaar
15 Toen zeide hij tot Balak: Blijf hier staan bij uw brandoffer, en ik zal Hem aldaar ontmoeten.
16 Als de HEERE Bileam ontmoet was, zo legde Hij het woord in zijn mond, en Hij zeide: Keer weder tot Balak, en spreek alzo.
17 Toen hij tot hem kwam, ziet, zo stond hij bij zijn brandoffer, en de vorsten der Moabieten bij hem. Balak nu zeide tot hem: Wat heeft de HEERE gesproken?

Numberi 23:7-17 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 23

This chapter gives an account of the sacrifices offered by Balak and Balaam, and how God met Balsam, and put a word into his mouth, which he delivered in the presence of the king of Moab and his princes, Nu 23:1-7, the substance of which are, the separate state and condition of Israel from other nations, their number, and the happiness of the righteous at death, Nu 23:8-10, which made Balak uneasy, since instead of cursing he blessed Israel, and therefore he had him to another place to take a view of the people, Nu 23:11-13 where having offered sacrifices, another word was put into the mouth of Balaam, and which he also delivered before the king and his nobles, Nu 23:14-18, in which were expressed the unchangeableness of God, the irreversibleness of the blessing of Israel, the strength, safety, happiness, and glory of that people, Nu 23:19-24 which made Balak more uneasy still; but willing to try him a third time, he carried him to another place, and there built altars, and offered sacrifices, the consequence of which is related in the next chapter, Nu 23:25-30.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.