Openbaring 8:7-13

7 En de eerste engel heeft gebazuind, en er is geworden hagel en vuur, gemengd met bloed, en zij zijn op de aarde geworpen; en het derde deel der bomen is verbrand, en al het groene gras is verbrand.
8 En de tweede engel heeft gebazuind, en er werd iets als een grote berg, van vuur brandende, in de zee geworpen; en het derde deel der zee is bloed geworden.
9 En het derde deel der schepselen in de zee, die leven hadden, is gestorven; en het derde deel der schepen is vergaan.
10 En de derde engel heeft gebazuind, en er is een grote ster, brandende als een fakkel, gevallen uit den hemel, en is gevallen op het derde deel der rivieren, en op de fonteinen der wateren.
11 En de naam der ster wordt genoemd Alsem; en het derde deel der wateren werd tot alsem; en vele mensen zijn gestorven van de wateren, want zij waren bitter geworden.
12 En de vierde engel heeft gebazuind, en het derde deel der zon werd geslagen, en het derde deel der maan, en het derde deel der sterren; opdat het derde deel derzelve zou verduisterd worden, en dat het derde deel van den dag niet zou lichten; en van den nacht desgelijks.
13 En ik zag, en ik hoorde een engel vliegen in het midden des hemels, zeggende met grote stem: Wee, wee, wee, dengenen, die op de aarde wonen, van de overige stemmen der bazuin der drie engelen, die nog bazuinen zullen.

Openbaring 8:7-13 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO REVELATION 8

This chapter contains the opening of the seventh seal, and the things that followed on it, and particularly the sounding of the first four trumpets. Upon the opening of the seventh seal there was silence in heaven for half an hour, Re 8:1; then follows a vision of seven angels, who stood before God, and had seven trumpets given to them, Re 8:2; then of another angel, described by his position, standing at the altar; by his having a golden censer, and by much incense being given him, the end of which was to offer up the prayers of all saints, which with it went up to God, and were acceptable to him; and by filling his censer with the fire of the altar, and casting it to the earth; the effects of which were voices, thunderings, lightnings, and an earthquake, Re 8:3-5, after which the seven angels prepare to sound their trumpets, Re 8:6; the first blows his, which brings hail and fire, mingled with blood, upon the earth, which burns up the third part of trees and all green grass, Re 8:7; the second blows, upon which a burning mountain is cast into the sea, and a third part of it becomes blood, a third part of the creatures in it die, and a third part of the ships upon it are destroyed, Re 8:8,9; the third angel blows; upon which a star, like a burning lamp, falls upon the third part of rivers and fountains, whose name is Wormwood, and embitters them, so that many men die of them, Re 8:10,11; the fourth angel blows, and the third part of the sun, moon, and stars, is smitten, and becomes dark, so that there is no light for a third part of the day and night, Re 8:12; and the chapter is concluded with the vision of another angel flying through the midst of heaven, proclaiming three times woe to the inhabitants of the earth, on account of what would be uttered by the three following angels, who were yet to blow their trumpets, Re 8:13.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.