Openbaring 9:4-14

4 En hun werd gezegd, dat zij het gras der aarde niet zouden beschadigen, noch enige groente, noch enigen boom, dan de mensen alleen, die het zegel Gods aan hun voorhoofden niet hebben.
5 En hun werd macht gegeven, niet dat zij hen zouden doden, maar dat zij zouden van hen gepijnigd worden vijf maanden; en hun pijniging was als de pijniging van een schorpioen, wanneer hij een mens gestoken heeft.
6 En in die dagen zullen de mensen den dood zoeken, en zullen dien niet vinden; en zij zullen begeren te sterven, en de dood zal van hen vlieden.
7 En de gedaanten der sprinkhanen waren den paarden gelijk, die tot den oorlog bereid zijn; en op hun hoofden waren als kronen, het goud gelijk, en hun aangezichten als aangezichten van mensen.
8 En zij hadden haar als haar der vrouwen, en hun tanden waren als tanden van leeuwen.
9 En zij hadden borstwapenen als ijzeren borstwapenen; en het gedruis hunner vleugelen was als een gedruis der wagens, wanneer vele paarden naar den strijd lopen.
10 En zij hadden staarten den schorpioenen gelijk, en er waren angels in hun staarten; en hun macht was de mensen te beschadigen vijf maanden.
11 En zij hadden over zich tot een koning den engel des afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abaddon, en in de Griekse taal had hij den naam Apollyon.
12 Het ene wee is weggegaan, ziet, er komen nog twee weeen na dezen.
13 En de zesde engel heeft gebazuind, en ik hoorde een stem uit de vier hoornen des gouden altaars, dat voor God was,
14 Zeggende tot den zesden engel, die de bazuin had: Ontbind de vier engelen, die gebonden zijn bij de grote rivier, den Eufraat.

Openbaring 9:4-14 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO REVELATION 9

This chapter gives an account of the blowing of the fifth and sixth trumpets, and of the effects following upon them. The fifth angel blows his trumpet, and a star falls; the key of the bottomless pit is given to him, which being opened by it, out of it comes smoke to the darkening of the sun and air, and out of the smoke locusts, who have power like scorpions, Re 9:1-3; whose power is restrained from using it to the hurt of the grass, or any green thing or tree, only of those who had not the seal of God in their foreheads; but are permitted, though not to kill men, yet to torment them five months, which is worse than death unto them, Re 9:4-6. The shapes of these locusts, which are said to be like horses, are described by their heads, faces, hair, teeth, breastplates, wings, and tails, and are said to have a king over them, whose name is mentioned, Re 9:7-11. The blowing of this trumpet brings on one of the woes mentioned in Re 8:13, and the two other follow, Re 9:12. The sixth angel blows his trumpet, and a voice is heard from the horns of the altar, directed to the said angel, ordering him to loose four angels bound in the great river Euphrates, where they were prepared, for a determinate time, to slay the third part of men, and they were loosed accordingly, Re 9:13-15. The number of the army, under these angels, is given, Re 9:16, and the horses and horsemen are described; the riders by their breastplates of fire, jacinth, and brimstone; their horses' heads as heads of lions, fire, smoke, and brimstone, issuing out of their mouths, by which the third part of men are killed, Re 9:17,18. The reason of this slaughter is, because they had power both in their mouth and tails, which latter were like serpents, and had heads, with which they did mischief, Re 9:19; and yet such who were not killed by these plagues, but escaped, did not repent of their idolatry, murders, sorceries, fornication, and theft, Re 9:20,21.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.