Psalmen 96:3-13

3 Vertelt onder de heidenen Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen.

4 Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen; Hij is vreselijk boven alle goden.

5 Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE heeft de hemelen gemaakt.

6 Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn aangezicht, sterkte en sieraad in Zijn heiligdom.

7 Geeft den HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE eer en sterkte.

8 Geeft den HEERE de eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven.

9 Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde.

10 Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid.

11 Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid.

12 Dat het veld huppele van vreugde met al wat er in is, dat dan al de bomen des wouds juichen.

13 Voor het aangezicht des HEEREN; want Hij komt, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid.

Psalmen 96:3-13 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO PSALM 96

This psalm was written by David, as appears from 1Ch 16:7,23 to whom it is ascribed by the Septuagint, Vulgate Latin, and all the Oriental versions. This and part of Psalm 105 were first composed and sung at the bringing of the ark from the house of Obededom to the city of David; and here it is detached from that with a new introduction to it, and applied to the times and kingdom of the Messiah, and; with great propriety, since the ark was an eminent type of him. The inscription in the Syriac version is,

``a Psalm of David, a Prophecy of the coming of the Messiah, and of the calling of the Gentiles that believe in him:''

and very rightly, since express mention is made of them in it, and of the publication of the Gospel among them; and clear reference is had to Christ, who is the Jehovah all along spoken of Jarchi well observes, that wherever a "new song" is mentioned, it is to be understood of future time, or the times of the Messiah; and the end of the psalm shows it,

\\he cometh to judge\\