Spreuken 29:11-21

11 Een zot laat zijn gansen geest uit, maar de wijze wederhoudt dien achterwaarts.
12 Een heerser, die op leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos.
13 De arme en de bedrieger ontmoeten elkander; de HEERE verlicht hun beider ogen.
14 Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden.
15 De roede, en de bestraffing geeft wijsheid; maar een kind, dat aan zichzelf gelaten is, beschaamt zijn moeder.
16 Als de goddelozen velen worden, wordt de overtreding veel; maar de rechtvaardigen zullen hun val aanzien.
17 Tuchtig uw zoon, en hij zal u gerustheid aandoen, en hij zal uw ziel vermakelijkheden geven.
18 Als er geen profetie is, wordt het volk ontbloot; maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart.
19 Een knecht zal door de woorden niet getuchtigd worden; hoewel hij u verstaat, nochtans zal hij niet antwoorden.
20 Hebt gij een man gezien, die haastig in zijn woorden is? Van een zot is meer verwachting dan van hem.
21 Als men zijn knecht van jongs op weeldig houdt, hij zal in zijn laatste een zoon willen zijn.

Images for Spreuken 29:11-21

Spreuken 29:11-21 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 KINGS 16

This chapter contains a prophecy of the ruin of the family of Baasha, and an account of his death, 1Ki 16:1-7, and of his son's reigning in his stead two years, who was slain by Zimri one of his captains, 1Ki 16:8-14, and who reigned but seven days, 1Ki 16:15-20, and the people being divided between Tibni and Omri, the party for the latter prevailed, and he was made king, and reigned twelve years, 1Ki 16:21-28, and was succeeded by his son Ahab, a very wicked prince, 1Ki 16:29-33, and the chapter is concluded with the rebuilding of Jericho, 1Ki 16:34.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.