Zacharia 5:1-8

1 En ik hief mijn ogen weder op, en ik zag; en ziet, een vliegende rol.
2 En Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie een vliegende rol, welker lengte is van twintig ellen, en haar breedte van tien ellen.
3 Toen zeide Hij tot mij: Dit is de vloek, die uitgaan zal over het ganse land; want een iegelijk, die steelt, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden; desgelijks een iegelijk, die valselijk zweert, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden.
4 Ik breng dezen vloek voort, spreekt de HEERE der heirscharen, dat hij kome in het huis van den dief, en in het huis desgenen, die bij Mijn Naam valselijk zweer; en hij zal het verteren, met zijn houten en zijn stenen.
5 En de Engel, Die met mij sprak, ging uit, en zeide tot mij: Hef nu uw ogen op, en zie, wat dit zij, dat er voortkomt.
6 En ik zeide: Wat is dat? En Hij zeide: Dit is een efa, die voortkomt. Verder zeide Hij: Dit is het oog over henlieden in het ganse land.
7 En ziet, een plaat van lood werd opgeheven, en er was een vrouw, zittende in het midden der efa.
8 En Hij zeide: Deze is de goddeloosheid; en Hij wierp ze in het midden van de efa; en Hij wierp het loden gewicht op den mond derzelve.

Zacharia 5:1-8 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ZECHARIAH 5

This chapter treats of the judgments of God upon the wicked Jews for their sins and impieties, the measure of which was filled up, and of the execution of them, which are represented in two visions: the first is of a flying roll, which signifies the curse of God, and is described by its measure, the length being twenty cubits, and the breadth ten; and by the extent of it, it reaching to the whole earth, and particularly to thieves and false swearers, who shall be cut off by it; and by the certainty of its coming into the houses of such, and the utter desolation it should there make, Zec 5:1-4 and the other is the vision of an ephah, and a woman sitting in it, and a talent of lead cast upon the mouth of it, which signified wickedness, Zec 5:5-8 this "ephah" is seen to be lifted up between earth and heaven by two women, who are said to have wings like the wings of storks, and the wind to be in them; and who are said by the angel to carry the "ephah" into the land of Shinar, to build it a house, that it might be established and settled upon its own base, Zec 5:9-11.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.