1 Koningen 20:15

15 Toen telde hij de jongens van de oversten der landschappen, en zij waren tweehonderd twee en dertig; en na hen telde hij al het volk, al de kinderen Israels, zeven duizend.

1 Koningen 20:15 Meaning and Commentary

1 Kings 20:15

Then he numbered the young men of the princes of the
provinces, and they were two hundred and thirty two
A very small number to go forth against so great an army as the host of the Syrians, and these raw unexperienced young men:

and after them he numbered all the people, even all the children of
Israel, being seven thousand;
which could never be the number of all the people in the land, nor even in the city of Samaria, who were able to bear arms; but it must mean such who were willing to go out to war on this occasion: and the number being just the same as of those that bowed not the knee to Baal, has led the Jewish commentators to conclude that these were the men that were numbered for war; but it is not likely that they were all in Samaria, or that none but those would go to war, though it must be owned the number is remarkable.

1 Koningen 20:15 In-Context

13 En ziet, een profeet trad tot Achab, den koning van Israel, en zeide: Zo zegt de HEERE: Hebt gij gezien al deze grote menigte? Zie, Ik zal ze heden in uw hand geven, opdat gij weet, dat Ik de HEERE ben.

14 En Achab zeide: Door wie? En hij zeide: Zo zegt de HEERE: Door de jongens van de oversten der landschappen. En hij zeide: Wie zal den strijd aanbinden? En hij zeide: Gij.

15 Toen telde hij de jongens van de oversten der landschappen, en zij waren tweehonderd twee en dertig; en na hen telde hij al het volk, al de kinderen Israels, zeven duizend.

16 En zij togen uit op den middag. Benhadad nu dronk zich dronken in de tenten, hij en de koningen, de twee en dertig koningen, die hem hielpen.

17 En de jongens van de oversten der landschappen togen eerst uit. Doch Benhadad zond enigen uit, en zij boodschapten hem, zeggende: Uit Samaria zijn mannen uitgetogen.