1 Kronieken 1:38

38 De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, en Dison, en Ezer, en Disan.

1 Kronieken 1:38 Meaning and Commentary

Ver. 38-42. And the sons of Seir
This man and his posterity were not of the race of Esau, but are mentioned because they were a family into which Esau, and a son of his, married, and whose possessions he and his obtained. The account from hence, to the end of ( 1 Chronicles 1:42 ) is the same with ( Genesis 36:20-28 ) , with some little variation of names.

1 Kronieken 1:38 In-Context

36 De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek.
37 De kinderen van Rehuel waren Nahath, Zerah, Samma en Mizza.
38 De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, en Dison, en Ezer, en Disan.
39 De kinderen van Lotan nu waren Hori en Homam; en de zuster van Lotan was Timna.
40 De kinderen van Sobal waren Aljan, en Manahath, en Ebal, Sefi en Onam; en de kinderen van Zibeon waren Aja en Ana.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.