1 Kronieken 3:21

21 De kinderen van Hananja nu waren Pelatja en Jesaja. De kinderen van Refaja, de kinderen van Arnan, de kinderen van Obadja, de kinderen van Sechanja.

1 Kronieken 3:21 Meaning and Commentary

1 Chronicles 3:21

(See Gill on 1 Chronicles 3:19).

1 Kronieken 3:21 In-Context

19 De kinderen van Pedaja nu waren Zerubbabel en Simei; en de kinderen van Zerubbabel waren Mesullam en Hananja; en Selomith was hunlieder zuster;
20 En Hasuba, en Ohel, en Berechja, en Hasadja, Jusabhesed; vijf.
21 De kinderen van Hananja nu waren Pelatja en Jesaja. De kinderen van Refaja, de kinderen van Arnan, de kinderen van Obadja, de kinderen van Sechanja.
22 De kinderen nu van Sechanja waren Semaja; en de kinderen van Semaja waren Hattus, en Jigeal, en Bariah, en Nearja, en Safat; zes.
23 En de kinderen van Nearja waren Eljoenai, en Hizkia, en Azrikam; drie.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.