1 Kronieken 5:23

23 De kinderen nu van den halven stam van Manasse woonden in dat land. Zij werden vermenigvuldigd van Basan tot aan Baal-Hermon, en Senir, en den berg Hermon.

1 Kronieken 5:23 Meaning and Commentary

1 Chronicles 5:23

And the children of the half tribe of Manasseh dwelt in the
land
Not in the land of the Hagarites, but in the land of Gilead and Bashan beyond Jordan, given them by Moses. The writer, having reckoned the genealogies of some of the principal men of Reuben and Gad, proceeds to give a short account of some principal men in this half tribe:

they increased from Bashan;
where they first settled, and extended their possessions:

unto Baalhermon and Senir, and unto Mount Hermon;
mountains which lay to the north of the land of Canaan, and are what geographers call Antilibanus.

1 Kronieken 5:23 In-Context

21 En zij voerden hun vee gevankelijk weg; van hun kemelen vijftig duizend, en tweehonderd en vijftig duizend schapen, en twee duizend ezelen, en honderd duizend zielen der mensen.
22 Want er vielen vele verwonden, dewijl de strijd van God was; en zij woonden in hun plaats, totdat zij gevankelijk weggevoerd werden.
23 De kinderen nu van den halven stam van Manasse woonden in dat land. Zij werden vermenigvuldigd van Basan tot aan Baal-Hermon, en Senir, en den berg Hermon.
24 Dezen nu waren de hoofden hunner vaderlijke huizen, te weten: Hefer, en Jisei, en Eliel, en Azriel, en Jeremia, en Hodavja, en Jahdiel; mannen sterk van kracht, mannen van naam, hoofden der huizen hunner vaderen.
25 Maar zij hebben tegen den God hunner vaderen overtreden, en de goden der volken des lands nagehoereerd, welke God voor hun aangezichten had verdelgd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.