1 Samuël 17:12

12 David nu was de zoon van den Efrathischen man van Bethlehem-Juda, wiens naam was Isai, en die acht zonen had, en in de dagen van Saul was hij een man, oud, afgaande onder de mannen.

1 Samuël 17:12 Meaning and Commentary

1 Samuel 17:12

Now David was the son of that Ephrathite of Bethlehemjudah,
whose name was Jesse Before made mention of, ( 1 Chronicles 16:1 )

and he had eight sons;
seven only are mentioned, ( 1 Chronicles 2:13-15 ) one of them being, as is thought by some, a grandson, perhaps Jonadab the son of Shammah; or was a son by another woman, or died without children, as Jarchi, and therefore not mentioned:

and the man went among men for an old man in the days of Saul;
the phrase, "among men", either signifies that he was ranked among old men, infirm and unfit for war, and so excused, and his sons went in his room, so Kimchi; or he was reckoned among men of the first rank, men of esteem, credit, and reputation, so Jarchi and R. Isaiah, with which agrees the Targum; or whenever he went abroad, he was attended by many men, had a large retinue, which sense Abarbinel mentions, and is that of Ben Gersom, and agrees with the Talmud ^F20; but the Syriac and Arabic versions read "stricken in years", which seems most agreeable.

---

FOOTNOTES:

F20 T. Bab. Beracot: fol. 58. 1.

1 Samuël 17:12 In-Context

10 Verder zeide de Filistijn: Ik heb heden de slagorden van Israel gehoond, zeggende: Geeft mij een man, dat wij te zamen strijden!

11 Toen Saul en het ganse Israel deze woorden van den Filistijn hoorden, zo ontzetten zij zich, en vreesden zeer.

12 David nu was de zoon van den Efrathischen man van Bethlehem-Juda, wiens naam was Isai, en die acht zonen had, en in de dagen van Saul was hij een man, oud, afgaande onder de mannen.

13 En de drie grootste zonen van Isai gingen heen; zij volgden Saul na in den krijg. De namen nu zijner drie zonen, die in den krijg gingen, waren: Eliab, de eerstgeborene, en zijn tweede Abinadab, en de derde Samma.

14 En David was de kleinste; en de drie grootsten waren Saul nagevolgd.