2 Koningen 18:16

16 Te dier tijd sneed Hizkia het goud af van de deuren van den tempel des HEEREN, en van de posten, die Hizkia, de koning van Juda, had laten overtrekken, en gaf dat aan de koning van Assyrie.

2 Koningen 18:16 Meaning and Commentary

2 Kings 18:16

At that time did Hezekiah cut off the gold from the doors of
the temple of the Lord
The plates of gold with which they were covered; or scraped off the gold from them, as the Targum interprets it:

and from the pillars which Hezekiah king of Judah had overlaid:
or the posts, as the Targum, the lintel or side posts of the doors of the temple; which though covered in Solomon's time, the gold was worn off, or had been taken off by Ahaz, but was renewed by Hezekiah; and who, in this time of distress, thought he might take it off again, no doubt with a full purpose to replace it, when he should be able. This is one of the three things the Talmudic writers F19 disapprove of in Hezekiah:

and gave it to the king of Assyria;
to make up the thirty talents of gold he demanded.


FOOTNOTES:

F19 T. Bab. Beracot, fol. 10. 2.

2 Koningen 18:16 In-Context

14 Toen zond Hizkia, de koning van Juda, tot den koning van Assyrie, naar Lachis, zeggende: Ik heb gezondigd, keer af van mij, wat gij mij opleggen zult, zal ik dragen. Toen legde de koning van Assyrie Hizkia, den koning van Juda, driehonderd talenten zilvers, en dertig talenten gouds op.
15 Alzo gaf Hizkia al het zilver, dat gevonden werd in het huis des HEEREN, en in de schatten van het huis des konings.
16 Te dier tijd sneed Hizkia het goud af van de deuren van den tempel des HEEREN, en van de posten, die Hizkia, de koning van Juda, had laten overtrekken, en gaf dat aan de koning van Assyrie.
17 Evenwel zond de koning van Assyrie Tartan, en Rabsaris, en Rabsake, van Lachis tot den koning Hizkia, met een zwaar heir naar Jeruzalem; en zij togen op, en kwamen naar Jeruzalem. En als zij optogen en gekomen waren, bleven zij staan bij den watergang des oppersten vijvers, welke is bij den hogen weg van het veld des vollers.
18 En zij riepen tot den koning; zo ging tot hen uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.