2 Kronieken 19:1

1 En Josafat, de koning van Juda, keerde met vrede weder naar zijn huis te Jeruzalem.

2 Kronieken 19:1 Meaning and Commentary

2 Chronicles 19:1

And Jehoshaphat the king of Judah returned
From Ramothgilead, after Ahab was slain:

to his house in peace in Jerusalem;
to his palace there in safety, having narrowly escaped losing his life in the battle.

2 Kronieken 19:1 In-Context

1 En Josafat, de koning van Juda, keerde met vrede weder naar zijn huis te Jeruzalem.
2 En Jehu, de zoon van Hanani, de ziener, ging uit, hem tegen, en zeide tot den koning Josafat: Zoudt gij den goddeloze helpen, en die den HEERE haten, liefhebben? Nu is daarom over u van het aangezicht des HEEREN grote toornigheid.
3 Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want gij hebt de bossen uit het land weggedaan, en uw hart gericht om God te zoeken.
4 Josafat nu woonde in Jeruzalem; en hij toog wederom uit door het volk, van Ber-seba af tot het gebergte van Efraim toe, en deed hen wederkeren tot den HEERE, hunner vaderen God.
5 En hij stelde richters in het land, in alle vaste steden van Juda, van stad tot stad.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.