2 Kronieken 24:11

11 Het geschiedde nu ter tijd, als hij de kist, naar des konings bevel, door de hand der Levieten, inbracht, en als zij zagen, dat er veel gelds was, dat de schrijver des konings kwam, en de bestelde van de hoofdpriester, en de kist ledig maakten, en die opnamen, en die wederbrachten aan haar plaats; alzo deden zij van dag tot dag, en verzamelden geld in menigte;

2 Kronieken 24:11 Meaning and Commentary

2 Chronicles 24:11

Now it came to pass, that at what time the chest was brought
unto the king's office by the hand of the Levites
The place where his officer or officers met, appointed for this service; very probably in one of the chambers of the temple,

and when they saw that there was much money:
see ( 2 Kings 12:10 ) ,

the king's scribe;
or secretary:

and the high priest's officer;
his "sagan", or deputy priest:

came and emptied the chest;
poured out the money, and told it, and put it up in bags, ( 2 Kings 12:10 ) and took it, and carried it to its place again, ( 2 Chronicles 24:8 ) , by the hands of the Levites that brought it;

and thus they did day by day;
as often as the chest was full, or they perceived there was much in it:

and gathered money in abundance;
enough to repair the house, ornament it, and furnish it with vessels that were wanting.

2 Kronieken 24:11 In-Context

9 En men deed uitroeping in Juda en in Jeruzalem, dat men den HEERE inbrengen zou de schatting van Mozes, den knecht Gods, over Israel in de woestijn.

10 Toen verblijdden zich alle oversten en al het volk, en zij brachten in, en wierpen in de kist, totdat men voleind had.

11 Het geschiedde nu ter tijd, als hij de kist, naar des konings bevel, door de hand der Levieten, inbracht, en als zij zagen, dat er veel gelds was, dat de schrijver des konings kwam, en de bestelde van de hoofdpriester, en de kist ledig maakten, en die opnamen, en die wederbrachten aan haar plaats; alzo deden zij van dag tot dag, en verzamelden geld in menigte;

12 Hetwelk de koning en Jojada gaven aan dengenen, die het werk van den dienst van het huis des HEEREN verzorgden; en zij huurden houwers en timmerlieden, om het huis des HEEREN te vernieuwen, mitsgaders ook werkmeesters in ijzer en koper, om het huis des HEEREN te beteren.

13 Zo deden de verzorgers van het werk, dat de betering des werks door hun hand toenam; en zij herstelden het huis Gods in zijn gestaltenis, en maakten het vast.