2 Kronieken 30:12

12 Ook was de hand Gods in Juda, hun enerlei hart gevende, dat zij het gebod des konings en der vorsten deden, naar het woord des HEEREN.

2 Kronieken 30:12 Meaning and Commentary

2 Chronicles 30:12

Also in Judah the hand of God was to give them one heart
To make them unanimous in this service, hearty and willing to it, to a man, which was owing to the power and efficacy of divine grace:

to do the commandment of the king and of the princes, by the word of
the Lord;
to keep the passover, which they did not only in obedience to their superiors, and their orders, but considering these as agreeable to the word and will of God.

2 Kronieken 30:12 In-Context

10 Zo gingen de lopers door, van stad tot stad, door het land van Efraim en Manasse, tot Zebulon toe; doch zij belachten hen, en bespotten hen.
11 Evenwel verootmoedigden zich sommigen van Aser, en Manasse, en van Zebulon, en kwamen te Jeruzalem.
12 Ook was de hand Gods in Juda, hun enerlei hart gevende, dat zij het gebod des konings en der vorsten deden, naar het woord des HEEREN.
13 En te Jeruzalem verzamelde zich veel volks, om het feest der ongezuurde broden te houden, in de tweede maand, een zeer grote gemeente.
14 En zij maakten zich op, en namen de altaren weg, die te Jeruzalem waren; daartoe namen zij alle rooktuig weg, hetwelk zij in de beek Kidron wierpen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.