2 Kronieken 34:12

12 En die mannen handelden trouwelijk in dit werk; en de bestelden over dezelve waren Jahath en Obadja, Levieten van de kinderen van Merari, mitsgaders Zacharia en Mesullam, van de kinderen der Kohathieten, om het werk voort te drijven; en die Levieten waren allen verstandig op instrumenten van muziek.

2 Kronieken 34:12 Meaning and Commentary

2 Chronicles 34:12

And the men did that work faithfully
The labouring men, as also their inspectors, see ( 2 Kings 22:7 )

and the overseers of them were Jahath and Obadiah, the Levites, of the
sons of Merari;
the third son of Levi:

and Zechariah and Meshullam, of the sons of the Kohathites;
who had their name from Kohath, the second son of Levi:

to set it forward;
to urge and animate the men to their work, to keep them constant to it, and see that they did it well:

and other of the Levites, all that could skill of instruments of music;
these, when they were not employed in singing in the temple, attended this service, to look after the workmen at the repairs of it; and perhaps they might play, as some think, on their instruments of music, while the men were at work, that they might go on in it the more pleasantly and cheerfully.

2 Kronieken 34:12 In-Context

10 Zij nu gaven het in de hand der verzorgers van het werk, die besteld waren over het huis des HEEREN, en deze gaven dat dengenen, die het werk deden, die arbeidden aan het huis des HEEREN, om het huis te vermaken en te verbeteren.

11 Want zij gaven het den werkmeesters en de bouwlieden, om gehouwen stenen te kopen, en hout tot de samenvoegingen, en om de huizen te zolderen, die de koningen van Juda verdorven hadden.

12 En die mannen handelden trouwelijk in dit werk; en de bestelden over dezelve waren Jahath en Obadja, Levieten van de kinderen van Merari, mitsgaders Zacharia en Mesullam, van de kinderen der Kohathieten, om het werk voort te drijven; en die Levieten waren allen verstandig op instrumenten van muziek.

13 Zij waren ook over de lastdragers, en de voortdrijvers van allen, die in enig werk arbeidden; want uit de Levieten waren schrijvers, en ambtlieden, en poortiers.

14 En als zij het geld uitnamen, dat in het huis des HEEREN gebracht was, vond de priester Hilkia het wetboek des HEEREN, gegeven door de hand van Mozes.