2 Samuël 23:26

26 Helez, de Paltiet; Ira, de zoon van Ikes, de Thekoiet;

2 Samuël 23:26 Meaning and Commentary

2 Samuel 23:26

Helez the Paltite
Who was of a place called Pater, as the Targum; in ( 1 Chronicles 11:27 ) , he is called the Pelonite:

Ira the son of Ikkesh the Tekoite;
who was of the city of Tekoah, the native place of Amos the prophet, famous for oil, about twelve miles from Jerusalem; (See Gill on Amos 1:1).

2 Samuël 23:26 In-Context

24 Asahel, Joabs broeder, was onder de dertig; Elhanan, de zoon van Dodo, van Bethlehem;

25 Samma, de Harodiet; Elika, de Harodiet;

26 Helez, de Paltiet; Ira, de zoon van Ikes, de Thekoiet;

27 Abi-ezer, de Anetothiet; Mebunnai, de Husathiet;

28 Zalmon, de Ahohiet; Maharai, de Netofathiet;