Amos 5:1

1 Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israels!

Amos 5:1 Meaning and Commentary

Amos 5:1

Hear ye the word which I take up against you
And which was not his own word, but the word of the Lord; and which he took up, by his direction as a heavy burden as some prophecies are called, and this was; and which, though against them, a reproof for their sins, and denunciation of punishment for them, yet was to be heard; for every word of God is pure, and to be hearkened to, whether for us or against us; since the whole is profitable, either for doctrine and instruction in righteousness, or for reproof and correction. It may be rendered, "which I take up concerning you", or "over you" ^F26: [even] a lamentation, O house of Israel;
a mournful ditty, an elegiac song over the house of Israel, now expiring, and as it were dead. This word was like Ezekiel's roll, in which were written "lamentation, and mourning, and woe", ( Ezekiel 2:10 ) ; full of mournful matter, misery, and distress, as follows:

---

FOOTNOTES:

F26 (Mkyle) "de vobis", Tigurine version, Mercerus, Piscator, Cocceius; "super vos", Pagninus, Montanus; "pro vobis", Vatablus.

Amos 5:1 In-Context

1 Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israels!

2 De jonkvrouw Israels is gevallen, zij zal niet weder opstaan; zij is verlaten op haar land, er is niemand, die haar opricht.

3 Want zo zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden, in het huis Israels.

4 Want zo zegt de HEERE tot het huis Israels: Zoekt Mij, en leeft.

5 Maar zoekt Beth-El niet, en komt niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-Seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk worden weggevoerd, en Beth-El zal worden tot niet.