Amos 2:1-9

1 Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Moab, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat hij de beenderen des konings van Edom tot kalk verbrand heeft.
2 Daarom zal Ik een vuur in Moab zenden, dat zal de paleizen van Kerioth verteren; en Moab zal sterven met groot gedruis, met gejuich, met geluid der bazuin.
3 En Ik zal den rechter uit het midden van haar uitroeien; en al haar vorsten zal Ik met hem doden, zegt de HEERE.
4 Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Juda, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij de wet des HEEREN verworpen, en Zijn inzettingen niet bewaard hebben; en hun leugenen hen verleid hebben, die hun vaders hebben nagewandeld.
5 Daarom zal Ik een vuur in Juda zenden, dat zal Jeruzalems paleizen verteren.
6 Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Israel, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij den rechtvaardige voor geld verkopen, en den nooddruftige om een paar schoenen.
7 Die er naar hijgen, dat het stof der aarde op het hoofd der armen zij, en den weg der zachtmoedigen verkeren; en de man en zijn vader gaan tot een jonge dochter om Mijn heiligen Naam te ontheiligen.
8 En zij leggen zich neder bij elk altaar op de verpande klederen, en drinken den wijn der geboeten in het huis van hun goden.
9 Ik daarentegen heb den Amoriet voor hunlieder aangezicht verdelgd, wiens hoogte was als de hoogte der cederen, en hij was sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van boven, en zijn wortelen van onderen verdelgd.

Amos 2:1-9 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO AMOS 2

In this chapter the prophet foretells the calamities that should come upon the Moabites for their transgressions, Am 2:1-3; and the destruction of Judah and Jerusalem for their iniquities, Am 2:4,5; also the judgments of God that should come upon Israel the ten tribes for their sins, which sins are enumerated; their oppression of the poor, their lewdness and idolatry, Am 2:6-8; and which are aggravated by the blessings of goodness bestowed upon them, both temporal and spiritual, Am 2:9-12; wherefore they are threatened with ruin, which would be inevitable, notwithstanding their swiftness, strength, and courage, and their skill in shooting arrows, and riding horses, Am 2:13-16.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.