Deuteronomium 27:4

4 Het zal dan geschieden, als gij over de Jordaan gegaan zult zijn, dat gij dezelve stenen, van dewelke ik u heden gebiede, zult oprichten op den berg Ebal, en gij zult ze met kalk bestrijken;

Deuteronomium 27:4 Meaning and Commentary

Deuteronomy 27:4

And therefore it shall be, when ye be gone over Jordan
Some time after they had passed that river:

[that] ye shall set up these stones, which I command you this day, in
Mount Ebal;
a mountain near Shechem in Samaria, and was, as Benjamin of Tudela says F18, dry as stones and rocks itself, and perhaps had its name, as some think F19, from the root in the Arabic language which signifies to strip a tree of its leaves, and a derivative from it, white stones and a mountain in which such are found. Hither the stones commanded to be set up were to be brought, and fixed here; from whence it is not certain; it may be from some part of the mountain. Here the Samaritan version has Gerizim instead of Ebal, which is generally thought to be a wilful corruption of the Samaritans, in favour of their temple built at Gerizim:

and thou shall plaster them with plaster;
as before directed, ( Deuteronomy 27:2 ) .


FOOTNOTES:

F18 Itinerar. p. 40.
F19 Reland. Dissert. 3. de Monte Gerizim, p. 128. See Castel. Lexic. Heptaglott col 2642.

Deuteronomium 27:4 In-Context

2 Het zal dan geschieden, ten dage als gij over de Jordaan zult gegaan zijn in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal, zo zult gij u grote stenen oprichten, en bestrijken ze met kalk;
3 En gij zult daarop schrijven alle woorden dezer wet, als gij overgegaan zult zijn; opdat gij komt in het land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, een land vloeiende van melk en honig, gelijk als de HEERE, uwer vaderen God, tot u gesproken heeft.
4 Het zal dan geschieden, als gij over de Jordaan gegaan zult zijn, dat gij dezelve stenen, van dewelke ik u heden gebiede, zult oprichten op den berg Ebal, en gij zult ze met kalk bestrijken;
5 En gij zult aldaar den HEERE, uw God, een altaar bouwen, een altaar van stenen; gij zult geen ijzer over hetzelve bewegen.
6 Van gehele stenen zult gij het altaar des HEEREN, uws Gods, bouwen, en gij zult den HEERE, uw God, brandofferen daarop offeren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.