Deuteronomium 29:22

22 Dan zal zeggen het navolgend geslacht, uw kinderen, die na ulieden opstaan zullen, en de vreemde, die uit verren lande komen zal, als zij zullen zien de plagen dezes lands en deszelfs krankheden, waarmede de HEERE het gekrenkt heeft;

Deuteronomium 29:22 Meaning and Commentary

Deuteronomy 29:22

So that the generation to come of your children that shall
rise up after you
Not the next generation, but in future times, in ages to come, at a great distance, even after the destruction of Judea by the Romans; to which ( Deuteronomy 29:23 ) seems to refer:

and the stranger that shall come from a far land;
on trade and business, or for the sake of travelling, his road either lying through it, or his curiosity leading him to see it:

shall say, when they see the plagues of the land;
cities and towns in ruins, fields lie uncultivated, and the whole land depopulated, and all become a barren wilderness, which was once a fruitful country, a land flowing with milk and honey:

and the sicknesses which the Lord hath laid upon it;
upon the inhabitants of it, as the pestilence and other diseases, which shall have swept the land of them; see ( Deuteronomy 28:22 Deuteronomy 28:27 Deuteronomy 28:35 ) . This case supposes a general departure from the worship of God to the service of idols; otherwise single individuals are punished in their own persons, as in the ( Deuteronomy 29:21 ) .

Deuteronomium 29:22 In-Context

20 De HEERE zal hem niet willen vergeven; maar alsdan zal des HEEREN toorn en ijver roken over denzelven man, en al de vloek, die in dit boek geschreven is, zal op hem liggen; en de HEERE zal zijn naam van onder den hemel uitdelgen.
21 En de HEERE zal hem ten kwade afscheiden van al de stammen Israels, naar alle vloeken des verbonds, dat in het boek dezer wet geschreven is.
22 Dan zal zeggen het navolgend geslacht, uw kinderen, die na ulieden opstaan zullen, en de vreemde, die uit verren lande komen zal, als zij zullen zien de plagen dezes lands en deszelfs krankheden, waarmede de HEERE het gekrenkt heeft;
23 Dat zijn ganse aarde zij zwavel en zout der verbranding; die niet bezaaid zal zijn, en geen spruit zal voortgebracht hebben, noch enig kruid daarin zal opgekomen zijn; gelijk de omkering van Sodom en Gomorra, Adama en Zeboim, die de HEERE heeft omgekeerd in Zijn toorn en in Zijn grimmigheid;
24 En alle volken zullen zeggen: Waarom heeft de HEERE aan dit land alzo gedaan? Wat is de ontsteking van dezen groten toorn?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.