Esther 9:28

28 Dat deze dagen gedacht zouden worden en onderhouden, in alle en elk geslacht, elk huisgezin, elk landschap en elke stad; en dat deze dagen van Purim niet zouden overtreden worden onder de Joden, en dat de gedachtenis derzelve geen einde nemen zou bij hun zaad.

Esther 9:28 Meaning and Commentary

Esther 9:28

And that these days should be remembered, and kept throughout
every generation, every family, every province, and every city
And accordingly these days are commemorated by them now, and by all their families, and all in their families capable of it; and these words, "every province", and "every city", are used, as Aben Ezra observes, lest a man should think he was not bound to keep this feast where there were no Jews; for, let him be where he may, he is obliged to keep it:

and that these days of Purim should not fail among the Jews;
or the observance of them be neglected and cease:

nor the memorial of them perish from their seed;
neither the memorial of them, nor of the reason of keeping them; wherefore on those days they read the whole book of Esther, fairly written on a roll of parchment, and are careful that none omit the reading of it; rather, they say F23, the reading and learning the law should be omitted, and all commands and service, than the reading this volume, that so all might be acquainted with this wonderful deliverance, and keep it in mind.


FOOTNOTES:

F23 Lebush & Schulchan, ib. (par. 1.) c. 687. sect. 2.

Esther 9:28 In-Context

26 Daarom noemt men die dagen Purim, van den naam van dat Pur. Hierom, vanwege al de woorden van dien brief, en hetgeen zij zelven daarvan gezien hadden, en wat tot hen overgekomen was,
27 Bevestigden de Joden, en namen op zich en op hun zaad, en op allen, die zich tot hen vervoegen zouden, dat men het niet overtrade, dat zij deze twee dagen zouden houden, naar het voorschrift derzelve, en naar den bestemden tijd derzelve, in alle en ieder jaar;
28 Dat deze dagen gedacht zouden worden en onderhouden, in alle en elk geslacht, elk huisgezin, elk landschap en elke stad; en dat deze dagen van Purim niet zouden overtreden worden onder de Joden, en dat de gedachtenis derzelve geen einde nemen zou bij hun zaad.
29 Daarna schreef de koningin Esther, de dochter van Abichail, en Mordechai, de Jood, met alle macht, om dezen brief van Purim ten tweeden male te bevestigen.
30 En hij zond de brieven aan al de Joden, in de honderd zeven en twintig landschappen van het koninkrijk van Ahasveros, met woorden van vrede en trouw;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.