Exodus 14:1

1 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

Exodus 14:1 Meaning and Commentary

Exodus 14:1

And the Lord spake unto Moses
Out of the pillar of the cloud in which he went before them; either while they were at Etham, or when journeying from thence, and a little before they turned off to the right, as they were now directed: saying;
as follows:

Exodus 14:1 In-Context

1 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Spreek tot de kinderen Israels, dat zij wederkeren, en zich legeren voor Pi-Hachiroth, tussen Migdol en tussen de zee, voor Baal-Zefon; daar tegenover zult gij u legeren aan de zee.
3 Farao dan zal zeggen van de kinderen Israels: Zij zijn verward in het land; die woestijn heeft hen besloten.
4 En Ik zal Farao's hart verstokken, dat hij hen najage; en Ik zal aan Farao en aan al zijn heir verheerlijkt worden, alzo dat de Egyptenaars zullen weten, dat Ik de HEERE ben. En zij deden alzo.
5 Toen nu de koning van Egypte werd geboodschapt, dat het volk vluchtte, zo is het hart van Farao en van zijn knechten veranderd tegen het volk, en zij zeiden: Waarom hebben wij dat gedaan, dat wij Israel hebben laten trekken, dat zij ons niet dienden?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.