2
Spreek tot de kinderen Israels, dat zij voor Mij een hefoffer nemen. Van alle man, wiens hart zich vrijwillig bewegen zal, zult gij Mijn hefoffer nemen.
3
Dit nu is het hefoffer, hetwelk gij van hen nemen zult: goud, en zilver, en koper;
4
Als ook hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten haar.
5
En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, en sittimhout;