Exodus 6:14

14 En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; dit zijn de huisgezinnen van Simeon.

Exodus 6:14 Meaning and Commentary

Exodus 6:14

These be the heads of their father's houses
Not of the families of Moses and Aaron, but of the children of Israel, though only the heads of three tribes are mentioned; and some think that these three are taken notice of, to show that they were not rejected of God, though they seem to be rather cursed than blessed by Jacob; and that though they were guilty of very great crimes, as Reuben of incest, and Simeon and Levi of murder, yet they truly repented, and obtained mercy of God, and were honoured in their offspring, of whom an account is here given; but the two first seem to be taken notice of for the sake of the third, and that order might be observed, and that it might plainly appear that the deliverers of Israel were Israelites:

the sons of Reuben, the firstborn of Israel, Hanoch, and Pallu,
Hezron, and Carmi;
whose names, and the order in which they are put, are the same as in ( Genesis 46:9 ) these be the families of Reuben; the heads of them, or from whence they sprung.

Exodus 6:14 In-Context

12 Evenwel sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, en gaf hun bevel aan de kinderen Israels, en aan Farao, den koning van Egypte, om de kinderen Israels uit Egypteland te leiden.

13 Dit zijn de hoofden van ieder huis hunner vaderen: de zonen van Ruben, de eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; dit zijn de huisgezinnen van Ruben.

14 En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; dit zijn de huisgezinnen van Simeon.

15 Dit nu zijn de namen der zonen van Levi, naar hun geboorten: Gerson, en Kehath, en Merari. En de jaren des levens van Levi waren honderd zeven en dertig jaren.

16 De zonen van Gerson: Libni en Simei, naar hun huisgezinnen.