Ezechiël 20:32

32 Daarom, dat in uw geest opgeklommen is, zal geenszins geschieden, dat gij zegt: Wij zullen als de heidenen en als de geslachten der landen zijn, dienende hout en steen.

Ezechiël 20:32 Meaning and Commentary

Ezekiel 20:32

And that which cometh into your mind shall not be at all
What they had contrived in their own breasts, and laid a plan of, and would gladly have brought about, should be frustrated, take no effect, and come to nothing: that ye say, we will be as the Heathen;
live without God; not be in subjection to him, or under his government, or be called by his name, or attend to his word, worship, and ordinances; but join ourselves to them; enter into alliance, and intermarry with them; carry on trade and commerce with them, and embrace the same religion; and then we shall prosper as they do, as well as no more incur the reproach of singularity or preciseness in religion: as the families of the countries:
being incorporated into them, dwelling with them, and joining with them in the same exercises of religious worship: to serve wood and stone;
images made of wood and stone. Strange! that a people that had a revelation from God, and such an experience of his power and goodness, should ever form such a scheme, or once think of entering into such measures, so grossly absurd and scandalous.

Ezechiël 20:32 In-Context

30 Daarom zeg tot het huis Israels: Alzo zegt de Heere HEERE: Zijt gij verontreinigd geworden in den weg uwer vaderen, en hoereert gij achter hun verfoeiselen?
31 Ja, met het offeren uwer gaven, met uw kinderen door het vuur te doen doorgaan, zijt gij verontreinigd aan al uw drekgoden tot op dezen dag toe; en zou Ik van u gevraagd worden, o huis Israels? Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik van u gevraagd worde!
32 Daarom, dat in uw geest opgeklommen is, zal geenszins geschieden, dat gij zegt: Wij zullen als de heidenen en als de geslachten der landen zijn, dienende hout en steen.
33 Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE: Zo Ik niet met een sterke hand, en uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid over u zal regeren!
34 Want Ik zal u uit de volken voeren, en u vergaderen uit de landen, waarin gij verstrooid zijt, door een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, en door een uitgegoten grimmigheid.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.