Ezechiël 39:27

27 Als Ik hen zal hebben wedergebracht uit de volken, en hen vergaderd zal hebben uit de landen hunner vijanden, en Ik aan hen geheiligd zal zijn voor de ogen van vele heidenen;

Ezechiël 39:27 Meaning and Commentary

Ezekiel 39:27

When I have brought them again from the people
That is, then shall they be ashamed, and repent of all their trespasses and sins: and gathered them out of their enemies lands;
from the provinces of their enemies, as the Targum; when they are collected together in a body out of each of the nations where they are now dispersed, and brought to their own land: and am sanctified in them in the sight of many nations;
when they shall publicly repent of their sins, and forsake them, and seek the Lord their God, and the King Messiah, and embrace and profess him, and acknowledge that God has been righteous and holy in all his dispensations towards them.

Ezechiël 39:27 In-Context

25 Daarom zo zegt de Heere HEERE: Nu zal Ik Jakobs gevangenen wederbrengen, en zal Mij ontfermen over het ganse huis Israels, en Ik zal ijveren over Mijn heiligen Naam;
26 Als zij hun schande zullen gedragen hebben, en al hun overtreding, met dewelke zij tegen Mij hebben overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand was, die hen verschrikte.
27 Als Ik hen zal hebben wedergebracht uit de volken, en hen vergaderd zal hebben uit de landen hunner vijanden, en Ik aan hen geheiligd zal zijn voor de ogen van vele heidenen;
28 Dan zullen zij weten, dat Ik, de HEERE, hunlieder God ben, dewijl Ik ze gevankelijk heb doen wegvoeren onder de heidenen, maar heb ze weder verzameld in hun land, en heb aldaar niemand van hen meer overgelaten.
29 En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israels zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.