Ezechiël 9:1

1 Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in zijn hand.

Ezechiël 9:1 Meaning and Commentary

Ezekiel 9:1

He cried also in mine ears with a loud voice
That is, the glory of the Lord God of Israel, whom the prophet saw in the temple, and who directed him from place to place, and showed him all the abominations committed there: this loud voice of the Lord was not so much to excite the attention of the prophet, as to call together the ministers of his vengeance; and to show the greatness of his indignation, and the vehemence of his wrath, which was stirred up by the sins of the people: saying, cause them that have the charge over the city to draw near;
or,

``who were appointed over the city,''
as the Targum; that is, the city of Jerusalem; by whom are meant either the ministering angels, who had been the guardians of it, but now were to be employed another way; or the princes of the Chaldean army, who had a charge against the city to destroy it; see ( Isaiah 10:6 ) ( Jeremiah 34:21 ) . The Syriac version is, "draw near, ye avengers of the city"; and the Septuagint and Arabic versions are "the vengeance of the city draws nigh": even every man [with] his destroying weapon in his hand;
weapons of war, as bows and arrows, sword and spear; see ( Jeremiah 6:22 Jeremiah 6:23 ) .

Ezechiël 9:1 In-Context

1 Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in zijn hand.
2 En ziet, zes mannen kwamen van den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was aan zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar.
3 En de heerlijkheid des Gods van Israel hief zich op van den cherub, waarop Hij was, tot den dorpel van het huis; en Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die de schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had.
4 En de HEERE zeide tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden.
5 Maar tot die anderen zeide Hij voor mijn oren: Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, ulieder oog verschone niet, en spaart niet!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.