Ezra 2:43

43 De Nethinim. De kinderen van Ziha, de kinderen van Hasufa, de kinderen van Tabbaoth;

Ezra 2:43 Meaning and Commentary

Ver. 43-58. The Nethinims
Supposed by Aben Ezra and Jarchi to be the Gibeonites, who were "given" by Joshua, as the word Nethinims signifies, to the congregation, to be hewers of wood and drawers of water; but rather were those that were given by David to assist the Levites; of these is an account from hence to the end of ( Ezra 2:58 ) , together with those who descended from Solomon's servants, who seem to be the remains of the Canaanites in the land, whom Solomon made bondservants of, ( 1 Kings 9:20 1 Kings 9:21 ) ( 2 Chronicles 2:17 ) , who, and their posterity, became proselytes; or those sprung from men that were domestic servants of Solomon's, and valued themselves on that account; the number of the Nethinims and these together were three hundred ninety and two.

Ezra 2:43 In-Context

41 De zangers. De kinderen van Asaf honderd acht en twintig.
42 De kinderen der poortiers. De kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai; deze allen waren honderd negen en dertig.
43 De Nethinim. De kinderen van Ziha, de kinderen van Hasufa, de kinderen van Tabbaoth;
44 De kinderen van Keros, de kinderen van Siaha, de kinderen van Padon;
45 De kinderen van Lebana, de kinderen van Hagaba, de kinderen van Akkub;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.