Ezra 5:6

6 Afschrift des briefs, dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai, en zijn gezelschap, de Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den koning Darius zond.

Ezra 5:6 Meaning and Commentary

Ezra 5:6

The copy of the letter that Tatnai, governor on this side the
river, and Shetharboznai, and his companions the Apharsachites,
which were on this side the river
Which is thought by some to be one of the nations mentioned, ( Ezra 4:9 ) the name being pretty near alike to two of them; but perhaps might be a distinct colony in those parts Tatnai was governor of:

these sent unto Darius the king;
and is as follows.

Ezra 5:6 In-Context

4 Toen zeiden wij aldus tot hen, en welke de namen waren der mannen, die dit gebouw bouwden.
5 Doch het oog huns Gods was over de oudsten der Joden, dat zij hun niet beletten, totdat de zaak aan Darius kwam, en zij alsdan daarover een brief wederbrachten.
6 Afschrift des briefs, dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai, en zijn gezelschap, de Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den koning Darius zond.
7 Zij zonden een verhaal aan hem; en daarin was aldus geschreven: Den koning Darius zij alle vrede.
8 Den koning zij bekend, dat wij getogen zijn naar het landschap Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt gelegd in de wanden; en datzelve werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoediglijk door hun handen voort.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.