Ezra 8:16

16 Zo zond ik tot Eliezer, tot Ariel, tot Semaja, en tot Elnathan, en tot Jarib, en tot Elnathan, en tot Nathan, en tot Zacharja, en tot Mesullam, de hoofden; en tot Jojarib en tot Elnathan, de leraars;

Ezra 8:16 Meaning and Commentary

Ezra 8:16

Then sent I for Eliezer, for Ariel, for Shemaiah, and for
Elnathan, and for Jarib, and for Elnathan, and for Nathan, and for
Zechariah, and for Meshullam, chief men; also for Joiarib, and for
Elnathan, men of understanding.
] These were all in the camp, in some part of it, to whom Ezra sent messengers to come unto him; three of them are of the same name; the first nine were men of chief note, rank, and dignity in their family, and the other two were noted for men of good sense, and that could speak to a case well, and so fit to be sent on such an affair as they were.

Ezra 8:16 In-Context

14 En van de kinderen van Bigvai, Uthai en Zabbud; en met hen zeventig manspersonen.

15 En ik vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij legerden ons aldaar drie dagen; toen lette ik op het volk en de priesteren, en vond aldaar geen van de kinderen van Levi.

16 Zo zond ik tot Eliezer, tot Ariel, tot Semaja, en tot Elnathan, en tot Jarib, en tot Elnathan, en tot Nathan, en tot Zacharja, en tot Mesullam, de hoofden; en tot Jojarib en tot Elnathan, de leraars;

17 En ik gaf hun bevel aan Iddo, het hoofd in de plaats Chasifja; en ik legde de woorden in hun mond, om te zeggen tot Iddo, zijn broeder, en de Nethinim, in de plaats Chasifja, dat zij ons brachten dienaars voor het huis onzes Gods.

18 En zij brachten ons, naar de goede hand onzes Gods over ons, een man van verstand, van de kinderen van Mahli, den zoon van Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen en broederen, achttien;